Gebruik van de talen in de vaccinatiecentra

Activiteitenverslag 2020-2021 - Covid-19-pandemie

Terug naar het overzicht

Een dringende vraag van de Dienst Civiele Veiligheid Vlaams-Brabant betrof het gebruik van de talen in vaccinatiecentra waarnaar de inwoners van de randgemeenten zouden worden verwezen. Concreet zouden er per eerstelijnszone 2 vaccinatiecentra worden voorzien. Sommige eerstelijnszones overwogen om per gemeente rijen of vaccinatielijnen te voorzien (gaande van een onthaal, over een administratief gedeelte en een vaccinatieruimte tot een wachtruimte), zodat inwoners uit taalhomogene gemeenten geen verdoken faciliteiten zouden krijgen. De Dienst Civiele Veiligheid Vlaams-Brabant, een federale dienst, polste naar de geldende taalvoorschriften.

De omstandigheden vereisten een heel snel antwoord, waardoor de adjunct van de gouverneur zich beperkte tot het volgende:

  • Kwalificatie van een vaccinatiecentrum volgens de taalwetgeving
    Omdat de centra meerdere gemeenten bedienen, moeten ze de taalregeling van de gewestelijke diensten naleven. Het gaat dan om de artikelen 32 tot 38 van de Taalwet bestuurszaken. Er gelden verschillende taalregels naargelang (1) het taalstatuut van de gemeente waar het vaccinatiecentrum wordt ingericht en (2) er al dan niet inwoners van faciliteitengemeenten langskomen.
  • Bewegwijzering
    Daarvoor moeten de taalregels voor berichten en mededelingen gevolgd worden. Wanneer een centrum ingericht wordt in een taalhomogene gemeente, is dat het Nederlands, in een faciliteitengemeente is dat het Nederlands en het Frans, met voorrang voor het Nederlands. De juridische basis hiervoor zijn de artikelen 11 en 24 van de SWT. Hetzelfde geldt overigens voor berichten die in de centra uitgehangen worden (vb. afstand houden, identiteitskaart klaar houden …).
  • Interactie met de burgers
    De inwoners uit een faciliteitengemeente moeten in het Frans antwoord krijgen als zij dit vragen, ook wanneer het centrum in een taalhomogene gemeente wordt ingericht. De juridische basis hiervoor is artikel 34, § 1, vierde lid.


Gezien de uitzonderlijke omstandigheden waarin de vaccinatiecentra werden opgericht, wees de adjunct van de gouverneur ook op de aspecten veiligheid en volksgezondheid.

Uitzonderlijk laat de Vaste Commissie voor Taaltoezicht immers het gebruik van andere nuttige talen toe vanuit veiligheids- en gezondheidsoverwegingen. Het gebruik van een andere landstaal of het Engels voor bepaalde berichten kon worden overwogen, zoals blijkt uit de vaste rechtspraak van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.

Daarnaast moest volgens de adjunct van de gouverneur ook worden nagegaan of, en in welke mate, rekening gehouden moest worden met de therapeutische context, en bijgevolg de patiëntenwet. Volgens de patiëntenwet heeft een patiënt het recht om geïnformeerd te worden over de medische zorgverstrekking in een taal die hij begrijpt. Hoewel in deze vaccinatiecentra de Taalwet bestuurszaken van toepassing was, mocht men niet uit het oog verliezen dat er een medische handeling zou worden gesteld. Volgens de patiëntenwet moet, vooraleer een behandeling kan worden opgestart, de patiënt zijn vrije en geïnformeerde toestemming geven aan de zorgverlener. Hij moet bijgevolg goed geïnformeerd zijn o.a. over de contra-indicaties, de nevenwerkingen en relevante risico’s. De toepassing van die wet valt echter niet binnen de bevoegdheden van de adjunct van de gouverneur.