Gebruik van de talen in het promotiemateriaal

Activiteitenverslag 2020-2021 - Covid-19-pandemie

Terug naar het overzicht

In Vlaams-Brabant wilde de gouverneur begin januari 2021 de sensibiliseringscampagne voor de coronavaccinaties opstarten door een video te publiceren op zijn Facebook-account. In dat filmpje beantwoordde een vaccinatiespecialiste een aantal vragen over de komende vaccinatie. De dienst Noodplanning Vlaams-Brabant, een federale dienst, had aansluitend aan de gemeenten gevraagd om die video te delen via de gemeentelijke sociale media. Naar aanleiding van een vraag van de informatie-ambtenaar van een randgemeente, werden aan de dienst van de adjunct van de gouverneur twee vragen voorgelegd:

  • In welke taal moest de video op het Facebook-account van de gouverneur worden gepubliceerd?
  • In hoeverre moest er in een Franstalige versie worden voorzien voor de randgemeenten?

Volgens de systematiek van de Taalwet bestuurszaken zijn de diensten van de gouverneur van Vlaams-Brabant gewestelijke diensten. In de provincie Vlaams-Brabant zijn er 7 faciliteitengemeenten, nl. de zes randgemeenten en de taalgrensgemeente Bever. Bijgevolg moet artikel 34, § 1 van de Taalwet bestuurszaken toegepast worden:

  1. De berichten en mededelingen die de gouverneur rechtstreeks aan het publiek richt, moeten op basis van artikel 34, § 1, derde lid opgesteld worden in de taal die de plaatselijke diensten van de gemeente waar de zetel gevestigd is, moeten gebruiken. Voor Vlaams-Brabant is dat de stad Leuven. Bijgevolg wordt, op basis van artikel 11, § 1, eerste lid Taalwet bestuurszaken, het Nederlands gebruikt voor de rechtstreekse berichten.

  2. De berichten en mededelingen die met medewerking van de lokale besturen verspreid worden, moeten volgens artikel 34, § 1, derde lid, de taalregels van die besturen volgen. Dat houdt in dat die berichten in de gemeenten met een speciaal taalstatuut verspreid moeten worden in het Nederlands en het Frans, met voorrang voor het Nederlands. In de randgemeenten geldt immers artikel 24 van de Taalwet bestuurszaken, in de taalgrensgemeenten artikel 11, § 2, tweede lid.

  3. Op basis van artikel 34, § 1, vierde lid, volgen de betrekkingen met particulieren de taalregeling die is opgelegd aan de plaatselijke diensten van de woonplaats van die particulier. De individuele contacten met de inwoners van een randgemeente worden geregeld door artikel 25 van de Taalwet bestuurszaken, en die met de inwoners van de taalgrensgemeente Bever door artikel 12, derde lid. Concreet betekent dit dat het Frans wordt gebruikt als de particulier dat vraagt.

Facebook biedt de mogelijkheid om, enerzijds, berichten te plaatsen op algemene pagina’s en, anderzijds, specifieke boodschappen te sturen op individueel niveau. Voor de algemene berichten die ’in openbare ruimtes’ zoals op een Facebook-pagina, een muur of in publieke groepen geplaatst worden en die bestemd zijn voor iedere willekeurige bezoeker, volger of ‘vriend’ moet de taalregeling voor berichten en mededelingen gevolgd worden. Dit geldt ook voor informatie die alleen toegankelijk is voor een specifieke doelgroep door gebruik te maken van ‘groepen’, of voor besloten pagina’s.

Op boodschappen gestuurd op individueel niveau zijn de taalvoorschriften voor betrekkingen met een particulier van toepassing.

De video met de vaccinatiespecialiste was voor iedere bezoeker van de Facebook-pagina toegankelijk en valt dus onder de regeling van de rechtstreekse berichten en mededelingen. Op basis van artikel 34, § 1 Taalwet bestuurszaken, moest de video bijgevolg in het Nederlands worden gepost op het Facebook-account van de gouverneur.

Wanneer de dienst Noodplanning, een federale dienst, aan de gemeenten vraagt om de video verder te verspreiden via hun website of Facebook-account, is de regeling van de rechtstreekse berichten niet van toepassing. Berichten die via de gemeenten worden verspreid, volgen de regeling van die besturen. In de randgemeenten wordt dus het Nederlands en het Frans gebruikt op basis van artikel 24 van de Taalwet bestuurszaken.

Een daarmee verwante vraag was of de berichten over de bestrijding van de covid-19-pandemie bijkomend in andere talen dan de wettelijk verplichte talen konden worden gesteld.

Wat betreft de ‘rechtstreekse’ berichten, verwees de adjunct van de gouverneur naar het standpunt dat de Vaste Commissie voor Taaltoezicht innam i.v.m. een strikte lezing van artikel 34, § 1. Volgens de Commissie verwijst de term ‘rechtstreeks’ in het wetsartikel naar de berichten en mededelingen in en op de gebouwen van de dienst. Berichten op een website krijgen, volgens de Commissie, in principe ook die kwalificatie. Daarom moest de video op de Facebook-pagina van de gouverneur in het Nederlands worden gepubliceerd.

    Een letterlijke interpretatie van de Taalwet bestuurszaken maakt dat alle andere berichten en mededelingen die niet via de bemiddeling van de lokale besturen worden verspreid, ook in de faciliteitengemeenten alleen in het Nederlands worden verspreid. Dit druist volgens de Commissie in tegen de algemene inrichting van de wet, namelijk het nastreven van homogene taalgebieden enerzijds, en het waarborgen van faciliteiten aan de taalminderheden van sommige gemeenten anderzijds. Daarom moet in sommige gevallen het Frans kunnen worden gebruikt.1

    Dit is zo wanneer:

    • De dienst zich rechtstreeks en in het bijzonder richt tot het publiek van de gemeenten met een speciale taalregeling.
    • Het gaat om documenten die verplicht ter kennis gebracht moeten worden van het publiek van de gemeenten met een speciale taalregeling.

    Zo stond de Commissie voor de faciliteitengemeenten het gebruik van het Nederlands en het Frans toe voor de verspreiding van berichten die de volksgezondheid aanbelangden in het magazine De Vlaamse Brabander.2. Volgens de adjunct van de gouverneur viel het zeker te verdedigen om die visie te volgen voor de berichten over de sanitaire crisis.

    De adjunct van de gouverneur verwees ook naar het standpunt van de Commissie over het bijkomend gebruik van andere nuttige talen, dat in sommige situaties mogelijk zou moeten zijn in alle gemeenten. De Commissie hanteert hierbij vier cumulatief toe te passen voorwaarden:3

    • Het gebruik van die talen moet uitzonderlijk zijn of dienen als overgangsmaatregel.
    • Het gebruik moet een bijzonder doel dienen, zoals het verzekeren van de veiligheid, de integratie van allochtonen, de bescherming van de volksgezondheid …
    • De publicaties in andere talen moeten gebruikt worden voor een specifiek doelpubliek.
    • De andere talen moeten gebruikt worden naast de voorgeschreven taal.

    Wat de berichten over de vaccinatie betreft, bv. het vaccinatiefilmpje, werd volgens haar zonder enige twijfel voldaan aan de eerste twee voorwaarden en de vierde voorwaarde:

    • Uitzonderlijk gebruik: de video betrof de vaccinatiecampagne n.a.v. de covid-19-pandemie.
    • Bijzonder doel: het gebruik van andere talen naast het Nederlands en het Frans kon worden onderbouwd door veiligheids- en volksgezondheidsargumenten.
    • De naleving van de vierde voorwaarde, het gebruik van andere talen naast het Nederlands, sprak voor zich.

    De voorwaarde dat het gebruik van andere nuttige talen beperkt moest blijven tot een specifiek doelpubliek kon problemen stellen wat betreft de concrete afbakening ervan.

    In het licht van de uitzonderlijke omstandigheden, wees de adjunct van de gouverneur erop dat het van primordiaal belang was om zoveel mogelijk mensen te bereiken, om de slaagkansen van de campagne voor de strijd tegen het coronavirus te vergroten. Minstens 70 % van de bevolking zou zich moeten laten inenten om groepsimmuniteit te verkrijgen, en zo de druk op de ziekenhuizen te verlagen. Volgens de corona-experten die deelnamen aan de taskforce van de federale regering, kwam dit neer op alle 18-plussers.

    Het was des te belangrijker om elk lid van de doelgroep te bereiken, omdat een toenmalige peiling aantoonde dat 84 % van de respondenten aangaf zich te laten vaccineren. De respondenten waren echter mensen die zich bewust waren van de covidrisico’s. Voor een ander deel van de bevolking leek de stap om zich te laten vaccineren minder vanzelfsprekend. Om hen te overtuigen waren, volgens de adjunct van de gouverneur, verdere inspanningen zeker verdedigbaar.

    Daarnaast was de adjunct van de gouverneur van mening dat de context ook bekeken moest worden in het licht van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Artikel 2 EVRM omvat immers een materiële plicht waarbij overheden “zich naar vermogen moeten inspannen om te voorkomen dat mensen voortijdig overlijden, o.a. door waarborgen te scheppen voor de patiëntenveiligheid en toegang tot medische zorg."4

    Gezien de ernst van de sanitaire crisis en om de slaagkansen van de vaccinatiecampagne van de overheid te verhogen, vond de adjunct van de gouverneur het gebruik van andere nuttige talen zeker verdedigbaar.

      Ook volgens de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur rechtvaardigden de omstandigheden, waarbij de gehele bevolking snel en adequaat geïnformeerd moest worden over de vaccinatiecampagne, dat informatie in meerdere talen aangeboden werd op plaatsen waar veel anderstaligen aanwezig zijn.5

      Voetnoten

      1 Zie o.a. VCT, 5 oktober 1967, advies 1.868; 18 november 1971, advies 3.261; 20 juni 1985, advies 17.003; 22 november 1990, advies 19.193; 28 maart 1991, advies 22.125; 22 januari 1992, advies 23.142; 3 maart 1993, advies 24.134; 10 maart 1994, adviezen 25.109 en 25.111; 9 februari 1995, advies 26.053; 9 december 1999, advies 29.043/C en 22 december 2005, advies 37.108. 
      2 VCT, 18 september 2009, advies 40.093.
      3 Zie o.a. VCT, 29 juni 2018, advies 50.193. 
      4 R.E. van Hellemondt, “Commentaar bij artikel 2 EVRM”, in Tekst en commentaar Gezondheidsrecht, editie 2019, Wolters Kluwer. 
      5 Vlaams Parlement, Com. Binnenlands Bestuur, 19 januari 2021, vraag nr. 1306.

      Video’s op de Facebook-pagina van de gouverneur worden in principe in het Nederlands gepubliceerd. Rekening houdend met de ernst van de sanitaire situatie, waardoor de overheid ingrijpende maatregelen moest nemen, en de noodzaak om een zo groot mogelijk publiek te bereiken voor een succesvolle vaccinatiestrategie, vond de adjunct van de gouverneur het aangewezen om gebruik te maken van de mogelijkheden in de vaste adviezenrechtspraak van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.

      Om het deel van de bevolking dat aarzelde om zich te laten vaccineren over de streep te trekken, achtte de adjunct van de gouverneur een rigide aanpak op taalvlak minder efficiënt. Ze vond het daarom wenselijk om het publiek uit de randgemeenten ook in het Frans te informeren, ook al ging het niet altijd om wettelijk verplichte informatie.
      Het coronavirus kent grenzen noch talen, waardoor het gebruik van andere nuttige talen zeker te overwegen viel. Dit impliceert niet noodzakelijk dat het volledige campagnemateriaal integraal vertaald moet worden. Van belang is dat de bevolking correct en voldoende duidelijk geïnformeerd wordt in een taal die ze begrijpt.

      Ze wees er verder op dat ook van de lokale besturen van de randgemeenten op basis van diezelfde overwegingen verwacht kon worden dat zij rekening hielden met de uitzonderlijke situatie. Het leek de adjunct van de gouverneur dan ook niet aangewezen dat zij op dat ogenblik een rigide toepassing van de Taalwet bestuurszaken aanhielden en de informatie die de provincie aanreikte niet zouden opnemen of vermelden op hun website, Facebook- of Twitter-account, omdat er op dat moment geen Franstalige versie beschikbaar was.

      Een handige en kostenvriendelijke oplossing zou kunnen zijn om de inwoners van de faciliteitengemeenten die informatie in het Frans zoeken over het nut van de vaccinatie door te verwijzen naar analoge websites. Zo opperde de adjunct van de gouverneur de mogelijkheid om bij de diensten van de gouverneurs van de Waalse provincies te informeren in hoeverre zij soortgelijk informatiemateriaal hadden. Ook de websites van federale diensten of van de Franse Gemeenschap zouden soelaas kunnen brengen.

      De vraag van de federale dienst Noodplanning - Afdeling Vlaams-Brabant om de video over de vaccinatiecampagne verder te verdelen via de gemeentelijke informatiekanalen, leidde tot een bijkomende vraag over de taal van de campagnes en materialen voor de coronavaccinatie die uitgaan van en verspreid worden door de Vlaamse overheid. Op de website www.laatjevaccineren.be stond er immers ook een video over de vaccinatiecampagne. Die video was, net zoals de video op het Facebook-account van de gouverneur, alleen in het Nederlands raadpleegbaar. Een randgemeente vroeg de dienst Noodplanning om haar te informeren, zodra dit campagnemateriaal in beide talen beschikbaar zou zijn.

      De diensten van de Vlaamse overheid moeten de taalverplichtingen van de gewone wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen (GWHI) toepassen. Volgens artikel 36, § 2 van die wet, moeten de berichten en mededelingen voor het publiek uit de faciliteitengemeenten in het Nederlands en het Frans worden verstrekt.

      Meer specifiek voor berichten en mededelingen op een website, maakt de Vaste Commissie voor Taaltoezicht een onderscheid tussen:

      • Documenten die op grond van een wettelijke bepaling aan het publiek ter kennis gebracht moeten worden.
      •  Informatieve documenten die niet verplicht ter kennis van het publiek gebracht moeten worden.

      De Commissie rechtvaardigt dit onderscheid, dat niet in de Taalwet bestuurszaken wordt gemaakt, door het feit dat de toepassing zonder meer van die wet zou neerkomen op de instelling van een veralgemeende tweetaligheid, wat niet spoort met de bedoeling van de wetgever.1

      Wanneer berichten van de Vlaamse overheid verspreid worden door de diensten van de gouverneur of de lokale besturen, moet de regeling van die diensten worden toegepast. In de randgemeenten worden de berichten in het Nederlands en het Frans verspreid, met voorrang voor het Nederlands, op basis van artikel 24 van de Taalwet bestuurszaken.

      De Taalwet bestuurszaken moet strikt worden toegepast. Gezien de context van de vraag, kan zeker het gebruik van andere nuttige talen worden overwogen, conform het standpunt van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. De mededeling moet evenwel aan 4 cumulatieve voorwaarden beantwoorden (uitzonderlijk, voor een bijzonder doel, bestemd voor een specifiek doelpubliek, gebruik van bijkomende andere talen naast het Nederlands).

      De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur was van mening dat het in de sanitaire situatie waarin we ons op dat ogenblik bevonden, aangewezen was om van die mogelijkheden gebruik te maken.2 Dit wil niet zeggen dat het volledige campagnemateriaal integraal moet worden vertaald.

      Voetnoten

      1 VCT, principenota – Het taalstelsel van formulieren op websites, punt 2. 
      2 “De coronacrisis is zichtbaar een uitzonderlijke omstandigheid. Door de COVID-19 pandemie is de gezondheid en veiligheid van de gehele bevolking in het gedrang en moet deze beschermd worden. Hiervoor moet de gehele bevolking snel en adequaat geïnformeerd worden over de genomen maatregelen, waaronder de vaccinatiecampagne. In die omstandigheden kan de informatie naast in de voorgeschreven bestuurstaal, eveneens verspreid worden in andere nuttige talen waar effectief veel anderstaligen aanwezig zijn.”, Vlaams Parlement, 19 januari 2021. 

      Een inwoner van Vilvoorde vroeg de adjunct van de gouverneur of Franstalige berichten vanwege de stad aan de bevolking wel wettelijk waren. Omdat de feiten zich niet in een randgemeente hadden voorgedaan, was de adjunct van de gouverneur niet bevoegd om het dossier te behandelen. Ze beperkte zich daarom tot de volgende algemene inlichtingen.

      Aangezien Vilvoorde geen faciliteitengemeente is, moet de stad in principe het Nederlands gebruiken in haar communicatie aan de inwoners.

      De adjunct van de gouverneur informeerde deze inwoner dat de Vaste Commissie voor Taaltoezicht aanvaardt dat meertalige communicatie in een beperkt aantal gevallen wenselijk kan zijn. In dat geval moet die communicatie wel voldoen aan 4 cumulatieve voorwaarden (uitzonderlijk, bijzonder doel, specifiek doelpubliek, andere talen worden gebruikt naast het Nederlands). Die uitzondering op de Taalwet bestuurszaken moet wel beperkt blijven tot wat absoluut noodzakelijk is voor het algemeen belang.

      Volledigheidshalve vermeldde de adjunct van de gouverneur dat de klager klacht kon indienen bij de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en de gouverneur van Vlaams-Brabant, die beiden bevoegd zijn om klachten te behandelen over het gebruik van de talen in bestuurszaken door de diensten van Vlaams-Brabantse gemeenten met een taalhomogeen statuut.