Vennootschappen en de taalwetgeving

Activiteitenverslag 2020-2021

Terug naar het overzicht

De Taalwet bestuurszaken legt vast welke taal de diensten van de overheid moeten gebruiken wanneer zij in contact komen met de burger. Het begrip ‘diensten’ in de Taalwet bestuurszaken omvat niet alleen ‘traditionele’ overheidsdiensten zoals de gemeente- en provinciebesturen of de FOD’s, maar ook verschillende openbare instellingen, agentschappen of intercommunales.


De overheid is ook aanwezig in het economische leven. Marktgerichte diensten en private actoren kunnen (deels) binnen het toepassingsgebied van de Taalwet bestuurszaken vallen. De juridische rechtsvorm (nv, vzw, stichting...) op zich is geen goede houvast om te bepalen of de wet van toepassing is. De wet is immers ook van toepassing op een privaat bedrijf wanneer het een taak van algemeen belang in opdracht van de overheid of de wet uitvoert. De taalwetgeving moet ook worden toegepast wanneer een overheidsdienst private medewerkers inzet voor de uitvoering van een bepaalde taak.

Tijdens de overzichtsperiode 2020-2021 kreeg de dienst enkele vragen en klachten in dit verband.


Autonome overheidsbedrijven

In april 2020 klaagde een inwoner van een randgemeente aan dat bpost-berichten waarin gemeld werd dat de krant op een later tijdstip zou worden bezorgd door problemen met de levering, alleen in het Nederlands werden achtergelaten. Volgens de klager moesten dergelijke berichten de boodschap in de twee talen vermelden. Hij vroeg of de wetgeving ter zake gewijzigd werd, dan wel dat er aan bpost een afwijking van de toepassing van de taalwet werd toegekend.

bpost, een naamloze vennootschap van publiek recht, valt binnen het toepassingsgebied van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Volgens artikel 36, § 1 van die wet vallen de autonome overheidsbedrijven, net zoals hun dochterondernemingen die zij betrekken bij de uitvoering van hun taken van openbare dienst en waarin het belang van de overheid in het kapitaal meer dan 50 % bedraagt, binnen het toepassingsgebied van de Taalwet bestuurszaken. Hoewel bpost hoofdzakelijk actief is in een commerciële context, werd aan de onderneming geen afwijking toegekend om de Taalwet bestuurszaken niet te moeten toepassen.

De verdeling van kranten en tijdschriften werd bovendien aan bpost toegewezen na een openbare aanbesteding conform de wetgeving inzake de overheidsopdrachten. Dit betekent dat, in de veronderstelling dat de dienstverlening aan een private onderneming zou zijn toevertrouwd, die laatste bij de uitvoering van die dienstverlening ook de taalwet zou moeten toepassen op basis van artikel 1, § 1, 2°.

Het bericht in kwestie werd door de postbode van het plaatselijk kantoor achtergelaten, waardoor de regels van de plaatselijke diensten hadden moeten worden nageleefd. Op basis van artikel 24 van de Taalwet bestuurszaken, moeten niet-geïndividualiseerde berichten in de twee talen (Nederlands en Frans) worden verspreid. Voor geïndividualiseerde boodschappen wordt volgens artikel 25 van de wet in principe de taal van de particulier (Nederlands of Frans) gebruikt. Indien die taal niet gekend is, zoals bij een eerste contact, wordt het Nederlands gebruikt.

In dit verband gecontacteerd, meldde bpost dat bij abonnees in de randgemeenten in principe een bericht wordt achtergelaten in de taal van het dagblad. Het bedrijf meldde ook het personeel van het postkantoor, waar op het tijdstip van de verdeling van het bewuste bericht een aantal nieuwe mensen waren aangenomen, opnieuw aan de geldende richtlijnen te zullen herinneren.

Inzet van private medewerkers

In de loop van de maand maart 2021, ontving de adjunct van de gouverneur klachten van meerdere inwoners van een randgemeente naar aanleiding van een brief van het bedrijf Fluvius. De brief meldde de geplande datum voor de vervanging van de meters voor elektriciteit en/of gas door een digitale meter, en de wijze waarop een andere datum kon worden vastgelegd. Fluvius had die brief volgens de klagers in het Frans moeten sturen, omdat hun taalkeuze gekend was bij het vroegere Eandis. De netbeheerders Eandis en Infrax fusioneerden immers op 1 juli 2018 onder de naam Fluvius.

Fluvius is juridisch gezien een coöperatieve vennootschap. Het is ook een opdrachthoudende vereniging, d.w.z. een intergemeentelijk samenwerkingsverband dat gepaard gaat met een beheersoverdracht. De opdrachthoudende verenigingen zijn volledig in eigendom van de Vlaamse gemeenten. Fluvius valt dus binnen het toepassingsgebied van de Taalwet bestuurszaken.

Het bedrijf is actief in alle Vlaamse gemeenten. De werkkring bevat dus taalhomogene gemeenten, taalgrensgemeenten en randgemeenten. De zetel is gevestigd te Melle. Aldus moet artikel 34, § 1 van de Taalwet bestuurszaken worden nageleefd.

Een geïndividualiseerde brief waarin een concrete afspraak voor de plaatsing van een digitale meter wordt voorgesteld, is duidelijk een betrekking met een particulier. Dit betekent dat de brief moet worden verstuurd volgens de taalverplichtingen van de gemeentelijke diensten van de woonplaats van de particulier. Op basis van artikel 25 van de Taalwet bestuurszaken moet de taal van de particulier worden gebruikt voor zover dit het Nederlands of het Frans is. Indien de taalkeuze niet gekend is, bijvoorbeeld bij een eerste contact uitgaande van de dienst, wordt het Nederlands gebruikt. Wanneer een inwoner van een randgemeente het vraagt, wordt hem een Franse versie verstrekt.

Fluvius is decretaal verplicht om de uitrol van de digitale meter in Vlaanderen te realiseren. Voor de uitvoering werd er een beroep gedaan op aannemers na een marktbevraging. De concrete invulling van de opdracht werd om redenen van efficiëntie en kosten-batenoverweging overgelaten aan de aannemers. De opdracht voorzag wel dat de aannemers de klant schriftelijk zouden verwittigen over de geplande plaatsing.

De opdracht werd wat de randgemeenten betreft, toevertrouwd aan het bedrijf TEA, een tijdelijk samenwerkingsverband tussen Esas en APK Group.

Wanneer een privaat bedrijf een opdracht uitvoert voor een overheidsdienst, moet het rekening houden met de taalverplichtingen die op die overheidsdienst rusten. Het inzetten van private medewerkers ontslaat de diensten immers niet van de toepassing van de wet.1

Volgens Fluvius werden er met de betrokken aannemers geen voorafgaandelijke afspraken gemaakt over de taal die moest worden gebruikt in de communicatie met de inwoners van de randgemeenten. Fluvius gaf aan dit aspect met de aannemers te bespreken om verdere klachten te vermijden. De netbeheerder engageerde zich om binnen de wettelijk toegelaten context daartoe het nodige te doen, zonder evenwel een resultaatsgarantie te bieden.

Voetnoot

1 Taalwet bestuurszaken, artikel 50.


Volgens de klagers was hun taalvoorkeur gekend, o.a. op basis van de taal waarin hun facturen werden verstuurd. Die taalvoorkeurregistratie leek Fluvius GDPR1-gewijs niet direct een evident gegeven dat zomaar kon worden doorgegeven.

De taalwetgeving is van openbare orde. Diensten moeten hun handelswijze en administratieve praktijken afstemmen op de geldende voorschriften. Hun aanpak moet ook stroken met andere regelgevingen zoals de privacywetgeving. De GDPR voorziet in een verhoogde bescherming bij het gebruik en de verwerking van een aantal gevoelige persoonsgegevens. De verhoogde bescherming houdt een principieel verwerkingsverbod in, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk met de verwerking heeft ingestemd.

Die bijzondere categorieën persoonsgegevens worden opgesomd in artikel 9.1. GDPR, dat o.a. “ras of etnische afkomst” bevat.2 De etniciteit van een persoon is een complex gegeven, waarbij o.a. cultuur, maar ook taal (of een dialect) indicatoren kunnen zijn. In hoeverre het bijhouden van de taalvoorkeur een gevoelig persoonsgegeven is waarvoor de GDPR strengere voorschriften oplegt inzake de verwerking en de doorgifte aan derde partijen, is een aspect dat niet binnen de bevoegdheden van de adjunct van de gouverneur valt.

Voetnoot

1 General Data Protection Regulation of Algemene Verordening Gegevensbescherming, aangenomen door het Europees Parlement op 27/04/2016 en van kracht in België sedert 25/05/2018.
2 Gevoelige gegevens | Gegevensbeschermingsautoriteit

Ook wanneer private firma’s instaan voor de praktische uitvoering van een opdracht moet Fluvius ervoor zorgen dat dit gebeurt conform de voorschriften van de Taalwet bestuurszaken. Vermits Fluvius aangaf dit aspect aan te kaarten bij de aannemers van de opdracht en er een Franstalige versie van de brief werd verstrekt aan de inwoners die dit vroegen, waren verdere stappen in die dossiers niet nodig.

Opdracht van algemeen belang

In oktober 2021 ontving de dienst een klacht, omdat de website van het keuringscentrum Autosécurité, een naamloze vennootschap, alleen raadpleegbaar was in het Frans, Duits en het Engels.

De technische keuring van voertuigen gebeurt in erkende keuringscentra. De erkenning is een bevoegdheid van de gewesten. In de provincie Vlaams-Brabant werden de Groep Autoveiligheid en AIBV belast met de autokeuring. De website van Groep Autoveiligheid geeft informatie in het Nederlands. Op de website van AIBV wordt de informatie in het Nederlands en het Frans verstrekt. Het bedrijf is immers ook actief in Wallonië. Autosécurité baat enkel centra uit die gevestigd zijn in het Franse en Duitse taalgebied.

De uitnodiging voor de autokeuring vermeldt in principe het centrum dat het dichtst bij de woonplaats gevestigd is. Aangezien de klager in Tienen woonde, was dat normaal gezien dus het autokeuringscentrum van de Groep Autoveiligheid gevestigd in Tienen.

De dienst verwees de klager volledigheidshalve door naar de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, omdat zijn klacht niet lokaliseerbaar was in een van de randgemeenten.

VZW's

Tijdens de periode die dit verslag dekt, werd de adjunct van de gouverneur gecontacteerd door inwoners van een randgemeente over de brieven die zij in het Nederlands ontvingen vanwege Vlaamse uitbetalers Groeipakket.

Sinds 1 januari 2019 zijn de 11 kinderbijslagfondsen in Vlaanderen gegroepeerd tot 5 Vlaamse uitbetalingsactoren. Voortaan is er een publieke uitbetalingsactor (Fons) naast 4 private uitbetalingsactoren waaronder MyFamily en Parentia.

De private uitbetalingsactoren moeten volgens artikel 27 van het decreet van 7 juli 20171 opgericht zijn als een vereniging zonder winstoogmerk en erkend worden door Opgroeien (voorheen Kind en Gezin).

Private rechtspersonen vallen doorgaans niet binnen het toepassingsgebied van de Taalwet bestuurszaken, tenzij zij optreden als private medewerker of belast zijn met een opdracht die de grenzen van het privaat bedrijf te buiten gaat en die hun door de overheid of de wet werd toevertrouwd.

Zowel de publieke uitbetalingsactor als de 4 private uitbetalingsactoren Opgroeien moeten rekening houden met de voorschriften inzake het gebruik van de talen in de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Voor hun betrekkingen met inwoners van de randgemeenten moeten zij bijgevolg artikel 25 van de Taalwet bestuurszaken volgen.

In het dossier van januari 2020, had de inwoner MyFamily niet alleen gevraagd om een Franstalige versie van een specifieke brief, maar ook het verzoek geuit om voortaan elk schrijven in die taal te versturen.

Het gebruik van de talen door de uitbetalingsactoren Opgroeien werd al eind 2019 bij de adjunct van de gouverneur aangekaart door een schepen van een randgemeente die er vragen over had gekregen vanwege verschillende inwoners. MyFamily bevestigde op 17 december 2019 dat zij ter zake de interpretatie van de juridische dienst van het Agentschap voor de Uitbetaling van het Groeipakket volgen. Dit houdt in dat briefwisseling altijd in het Nederlands wordt verstuurd, tenzij een inwoner uit een randgemeente vraagt om ze in het Frans te ontvangen. Het verzoek moet telkens uitdrukkelijk worden ingediend, conform de omzendbrieven van de Vlaamse overheid.

De adjunct van de gouverneur informeerde de inwoner dat MyFamily ertoe gehouden was om een Franstalige versie van de brief in kwestie te sturen, gezien de aanvraag daartoe. Zij wees er verder op dat MyFamily op dat vlak het standpunt van de Vlaamse regering toepaste en er dus niet zou worden ingegaan op de vraag om voortaan voor alle briefwisseling standaard het Frans te gebruiken. Een verzoek daartoe zal, integendeel, telkens opnieuw moeten worden geformuleerd.

In mei 2021 meldde een inwoner van een randgemeente dat zijn verzoeken om een Franstalige versie van documenten te krijgen die de erkende uitbetalingsactor Parentia in het Nederlands had toegestuurd, zonder gevolg bleven.

Volgens de verantwoordelijke van het filiaal te Leuven had dit in principe geen probleem mogen stellen. Indien gevraagd, wordt er een Franstalige versie gestuurd van briefwisseling en e-mails die het kantoor zelf verstuurde naar inwoners van de randgemeenten. Zij verzekerde ook dat de te volgen aanpak binnen haar team gekend was, en gaf aan haar teamleden volledigheidshalve te herinneren aan de geldende regelgeving.

Ze wees er echter ook op dat tal van brieven centraal verstuurd worden, ook al vermelden ze de naam en de contactgegevens van het bevoegde filiaal. Voor dergelijke brieven is het volgens de verantwoordelijke niet vanzelfsprekend om een Franse vertaling te verstrekken. Ze voegde eraan toe dat men echter altijd telefonisch contact kan opnemen met het filiaal, zo men verduidelijkingen in het Frans wenst. Deze oplossing werd door de klager positief onthaald.

De klager stelde wel niet zozeer te verwachten dat de briefwisseling uitsluitend in het Frans zou worden gestuurd, aangezien hij zich ervan bewust was dat hij, hoewel in een faciliteitengemeente, in het Nederlandse taalgebied woonde. Hij wou echter graag zijn briefwisseling in beide talen ontvangen om zo zijn kennis van het Nederlands te verbeteren.

Geïndividualiseerde brieven en e-mails worden volgens de systematiek van de Taalwet bestuurszaken als ‘betrekkingen met particulieren’ gekwalificeerd. Daarvoor geldt het algemene principe dat de diensten de taal van het taalgebied gebruiken. Als de wet het gebruik van een andere taal voorziet, antwoorden de diensten in de taal die de particulier gebruikt.

Een brief kan alleen in beide talen worden verstuurd door een dienst die gelegen is in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, indien de taalvoorkeur van de particulier niet gekend is. De adjunct van de gouverneur informeerde de klager dat de Taalwet bestuurszaken niet toelaat om in te gaan op zijn verzoek.

Voetnoot

1 Decreet van de Vlaamse Overheid van 7 juli 2017 tot oprichting van een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid, tot vaststelling van vergunningsnormen voor private uitbetalingsactoren en tot wijziging van het decreet van 30 april 2004 betreffende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin.